Zoek binnen het forum
Vraag: Lage energievraag Bbl
Naam: Peter (datum: 03-01-2025 16:14)
Heeft er iemand wel eens gewerkt met of gekeken naar lid 2 van artikel 4.155 van het Bbl over de lage energievraag?
Reageer
Naam: Peter (datum: 03-01-2025 16:14)
Heeft er iemand wel eens gewerkt met of gekeken naar lid 2 van artikel 4.155 van het Bbl over de lage energievraag?
Reageer
Re: Lage energievraag Bbl
Naam: Jack , van SenS (datum: 06-01-2025 09:30)
Vast wel, maar ik niet.
Desondanks ben ik benieuwd naar de vervolgvraag of het punt wat je wilt maken.
Naam: Jack , van SenS (datum: 06-01-2025 09:30)
Vast wel, maar ik niet.
Desondanks ben ik benieuwd naar de vervolgvraag of het punt wat je wilt maken.
Re: Lage energievraag Bbl
Naam: Peter (datum: 06-01-2025 11:53)
Besluit bouwwerken leefomgeving geeft met lid 2 van artikel 4.155 de mogelijkheid om af te zien van eisen aan energiezuinigheid ook als er verwarmd wordt voor personen. Daarvoor moet een lage energievraag aangetoond worden volgens NTA 8800. Oftewel er moet een BENG-berekening gemaakt worden. Maar met een BENG-berekening volgens NTA 8800 is alleen een dergelijke lage energievraag aan te tonen door te voldoen aan de eisen voor energiezuinigheid en aanvullende maatregelen (zoals bijvoorbeeld veel pv). Hoe is dit lid 2 bedoeld?
NB. Het voorbeeld in de toelichting van de wachtruimte in een attractiepark lijkt mij ongeïsoleerd niet te kunnen voldoen aan de lage energievraag bepaald volgens NTA 8800.
Naam: Peter (datum: 06-01-2025 11:53)
Besluit bouwwerken leefomgeving geeft met lid 2 van artikel 4.155 de mogelijkheid om af te zien van eisen aan energiezuinigheid ook als er verwarmd wordt voor personen. Daarvoor moet een lage energievraag aangetoond worden volgens NTA 8800. Oftewel er moet een BENG-berekening gemaakt worden. Maar met een BENG-berekening volgens NTA 8800 is alleen een dergelijke lage energievraag aan te tonen door te voldoen aan de eisen voor energiezuinigheid en aanvullende maatregelen (zoals bijvoorbeeld veel pv). Hoe is dit lid 2 bedoeld?
NB. Het voorbeeld in de toelichting van de wachtruimte in een attractiepark lijkt mij ongeïsoleerd niet te kunnen voldoen aan de lage energievraag bepaald volgens NTA 8800.
Re: Lage energievraag Bbl
Naam: Michiel Meinema , van Bouwfysica Meinema (datum: 06-01-2025 16:27)
Ik stel mij de gemiddelde wachtruimte in een attractiepark niet voor als ruimte waar het ten minste 18 graden is, of dat mensen daar bijvoorbeeld de jas uit kunnen doen. Als het een buitenruimte zou zijn zou hier ook niets geëist worden.
Lijkt me kortom niet een ruimte zoals bedoeld in de BENG berekening maar lid 2 is niet bepaald duidelijk.
De toelichting is tot mijn schrik wel duidelijk, sterker nog de door u gegeven situatie wordt genoemd in de toelichting die ik hieronder in zijn geheel plaats:
Artikel 4.155 geeft voor gebruiksfuncties die niet zijn bestemd om te worden verwarmd een uitzondering op de artikelen 4.149 tot en met 4.154. Het kan hier gaan om een gebouw voor seizoensgeboden gebruik, alleen in het zomerseizoen, maar ook bijvoorbeeld om een onverwarmde sporthal of een onverwarmde industriefunctie. Wanneer een verwarmingsinstallatie voor ruimteverwarming aanwezig is, betekent dit dat het gebouw bestemd is om te worden verwarmd, ook als er nooit gestookt wordt. In dat geval mag niet van de vrijstelling van dit artikel gebruik worden gemaakt. Wordt een als onverwarmde ruimte aangemerkte ruimte alsnog voorzien van ruimteverwarming, dan is er mogelijk sprake van een bouwwerk dat op basis van een onjuiste aanvraag om omgevingsvergunning tot stand is gekomen, waartegen het bevoegd gezag handhavend kan optreden.
Bij Stb. 2019, 501 is dit artikel aangepast. Op een gebruiksfunctie die niet wordt verwarmd of gekoeld voor personen zijn de energiezuinigheidseisen niet van toepassing.
Artikel 4.155 gebruiksfunctie met een lage energievraag, is opnieuw gewijzigd bij Stb. 2020,84. Genoemd artikel zoals eerder opgenomen in artikel I, onderdeel E, van het Besluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 in verband met bijna energie-neutrale nieuwbouw (BENG, Stb. 2019, 501) is zo aangepast dat ook rekening wordt gehouden met gebruiksfuncties die op zich moeten voldoen aan de artikelen 4.148 tot en met 4.154, maar waar als gevolg van de specifieke omstandigheden toch sprake is van gebruiksfuncties met een lage energievraag. De tekst van artikel 4.155 zoals met BENG gewijzigd staat nu in het eerste lid.
Het tweede lid bevat een uitzondering voor gebruiksfuncties waarbij de in artikel 4.149, eerste lid, bedoelde waarde ten hoogste 1% bedraagt van de maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik. Als daarvan sprake is, zijn de artikelen 4.149 tot en met 4.154 evenmin van toepassing. Met andere woorden, gebruiksfuncties die niet onder de uitzondering van het eerste lid kunnen vallen omdat er sprake is van (beperkte) verwarming of koeling ten behoeve van personen, kunnen onder de uitzondering van het tweede lid vallen. Om gebruik te maken van de uitzondering van het tweede lid, moet worden aangetoond dat de maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik, zoals deze wordt bepaald met toepassing van NTA 8800, op jaarbasis niet meer is dan 1% van de waarde voor primair fossiel energiegebruik die voor de gebruiksfunctie in kwestie is toegestaan op grond van tabel 4.148A. Als aan deze eis wordt voldaan is er ook sprake van een lage energievraag en zijn de artikelen 4.149 tot en met 4.154 niet van toepassing. Dit tweede lid is bijvoorbeeld van belang voor een wachtruimte van een attractie in een pretpark, waarbij gebruik wordt gemaakt van warmtestralers die alleen in koude perioden worden gebruikt.
dus het mag want seizoensgebonden, en mogelijk niet bestemd om te verwarmen.
Naam: Michiel Meinema , van Bouwfysica Meinema (datum: 06-01-2025 16:27)
Ik stel mij de gemiddelde wachtruimte in een attractiepark niet voor als ruimte waar het ten minste 18 graden is, of dat mensen daar bijvoorbeeld de jas uit kunnen doen. Als het een buitenruimte zou zijn zou hier ook niets geëist worden.
Lijkt me kortom niet een ruimte zoals bedoeld in de BENG berekening maar lid 2 is niet bepaald duidelijk.
De toelichting is tot mijn schrik wel duidelijk, sterker nog de door u gegeven situatie wordt genoemd in de toelichting die ik hieronder in zijn geheel plaats:
Artikel 4.155 geeft voor gebruiksfuncties die niet zijn bestemd om te worden verwarmd een uitzondering op de artikelen 4.149 tot en met 4.154. Het kan hier gaan om een gebouw voor seizoensgeboden gebruik, alleen in het zomerseizoen, maar ook bijvoorbeeld om een onverwarmde sporthal of een onverwarmde industriefunctie. Wanneer een verwarmingsinstallatie voor ruimteverwarming aanwezig is, betekent dit dat het gebouw bestemd is om te worden verwarmd, ook als er nooit gestookt wordt. In dat geval mag niet van de vrijstelling van dit artikel gebruik worden gemaakt. Wordt een als onverwarmde ruimte aangemerkte ruimte alsnog voorzien van ruimteverwarming, dan is er mogelijk sprake van een bouwwerk dat op basis van een onjuiste aanvraag om omgevingsvergunning tot stand is gekomen, waartegen het bevoegd gezag handhavend kan optreden.
Bij Stb. 2019, 501 is dit artikel aangepast. Op een gebruiksfunctie die niet wordt verwarmd of gekoeld voor personen zijn de energiezuinigheidseisen niet van toepassing.
Artikel 4.155 gebruiksfunctie met een lage energievraag, is opnieuw gewijzigd bij Stb. 2020,84. Genoemd artikel zoals eerder opgenomen in artikel I, onderdeel E, van het Besluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 in verband met bijna energie-neutrale nieuwbouw (BENG, Stb. 2019, 501) is zo aangepast dat ook rekening wordt gehouden met gebruiksfuncties die op zich moeten voldoen aan de artikelen 4.148 tot en met 4.154, maar waar als gevolg van de specifieke omstandigheden toch sprake is van gebruiksfuncties met een lage energievraag. De tekst van artikel 4.155 zoals met BENG gewijzigd staat nu in het eerste lid.
Het tweede lid bevat een uitzondering voor gebruiksfuncties waarbij de in artikel 4.149, eerste lid, bedoelde waarde ten hoogste 1% bedraagt van de maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik. Als daarvan sprake is, zijn de artikelen 4.149 tot en met 4.154 evenmin van toepassing. Met andere woorden, gebruiksfuncties die niet onder de uitzondering van het eerste lid kunnen vallen omdat er sprake is van (beperkte) verwarming of koeling ten behoeve van personen, kunnen onder de uitzondering van het tweede lid vallen. Om gebruik te maken van de uitzondering van het tweede lid, moet worden aangetoond dat de maximumwaarde voor primair fossiel energiegebruik, zoals deze wordt bepaald met toepassing van NTA 8800, op jaarbasis niet meer is dan 1% van de waarde voor primair fossiel energiegebruik die voor de gebruiksfunctie in kwestie is toegestaan op grond van tabel 4.148A. Als aan deze eis wordt voldaan is er ook sprake van een lage energievraag en zijn de artikelen 4.149 tot en met 4.154 niet van toepassing. Dit tweede lid is bijvoorbeeld van belang voor een wachtruimte van een attractie in een pretpark, waarbij gebruik wordt gemaakt van warmtestralers die alleen in koude perioden worden gebruikt.
dus het mag want seizoensgebonden, en mogelijk niet bestemd om te verwarmen.
Re: Lage energievraag Bbl
Naam: Peter (datum: 07-01-2025 09:01)
Het probleem van lid 2 is dat gevraagd wordt om met een BENG-berekening aan te tonen dat je niet aan BENG en thermische isolaties zou hoeven te voldoen. Het zou een kringverwijzing genoemd kunnen worden.
Reageer
Naam: Peter (datum: 07-01-2025 09:01)
Het probleem van lid 2 is dat gevraagd wordt om met een BENG-berekening aan te tonen dat je niet aan BENG en thermische isolaties zou hoeven te voldoen. Het zou een kringverwijzing genoemd kunnen worden.