Zoek binnen het forum

Zoeken naar:   
Vraag: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam: Torsten (datum: 15-07-2005 22:07)

Als ik een loods heb hiervoor is een eis dat de wbdbo van de hoofddraagconstructie 30 minuten moet zijn. Maar als de permanente vuur belasting kleiner is dan 500 mj/m?mag je reduceren met 30 minuten.
Het betekend dus als ik een loods heb waarvan de permanente vuurbelasting bv 635 mj/m? isdeze altijd 30 minuten moet zijn. Of zijn hier nog aanvullende regels voor is iemand hiermee bekend??????
Reageer
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Jop (datum: 16-07-2005 19:48)

De hoofddraagconstructie heeft NOOIT een wbdbo eis. Voor een hoofddraagconstructie geldt eis eis voor de weerstand tegen bezwijken. Verder zou ik adviseren om eerst de definitie van "hoofddraagconstructie" te bestuderen. Meestal is er bij een loods geen sprake van een hooddraagconstructie.
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Arno , van Yacht Technology (datum: 18-07-2005 07:44)

De hoofddraagconstructie is die constructie die noodzakelijk is voor het overeind houden van een bouwwerk. Elk bouwwerk heeft dus een hoofddraagconstructie.
In geval van een loods, waarvan ik aanneem dat er geen vloer hoger ligt dan 5 meter, is de tijdsduur met betrekking tot bezwijken geen 30 maar 60 minuten. Die tijd van 60 minuten mag met 30 minuten worden bekort indien de vuurlast niet groter is dan 500 Mj.
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Jop Planje (datum: 18-07-2005 09:04)

Beste Arno,
Jouw definitie van hoofddraagconstructie is mijn inziens niet correct. NEN 6702 geeft een andere definitie en deze definitie is rechtstreeks vanuit het bouwbesluit aangestuurd. Jouw definitie tot gevolg dat er geen stalen hal meer gebouw zou kunnen worden zonder brandwerende bekledingen of schilderwerk.
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
E. Pennings , van Buro BOV (datum: 18-07-2005 09:04)

Aangenomen dat een loods een industriegebouw is. Dan geen eis aan de brandwerendheid op bezwijken als er geen verblijfsgebied hoger dan 5 meter ligt (zie BB art. 2.9).
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Arno , van Yacht Technology (datum: 18-07-2005 09:44)

Hallo Jop
Die NEN heb ik hier niet bij de hand. Welke omschrijving geeft die precies?
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Jop Planje (datum: 18-07-2005 13:01)

Beste Arno,
Ik ben geen constructeur en heb de norm ook niet direct onderhandbereik, maar wel een week of twee geleden nog de definitie opgezocht. Het komt er op neer dat het bezweiken van een hoofddraagconstructie een voortscheidende bezwijking van andere onderdelen tot gevolg heeft, anders dan de direct gekoppelde delen. Maar voor de preciese tekst moet je toch echt de norm even zoeken of wachten tot een ander zo enthousiast is om hem even op te zoeken.
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Werner , van Wouters (datum: 18-07-2005 23:23)

Kijk eens op de site van bouwen met staal (www.bouwenmetstaal.nl) onder downloads, daar staat een folder met daarin het bouwen van industiegebouwen met staal ik denk dat dit een heleboel vragen wegneemt. Overigens geeft bouwen met staal ook aan dat er sprake is van hoofddraagconstructie als er voortschreidende instorting mogelijk is. Dit betekend dus dat een bedrijfshal, met meerdere compartimenten waarvan de constructie t.p.v. de compartimentsscheidingen ontkoppeld is, geen hoofddraagconstructie heeft. Een soortgelijke vraag heb ik eerder al aan bouwen met staal gesteld en volgt hieronder.

Hierbij onze reactie naar aanleiding van uw vraag van dinsdag 6 mei 2003 aan de Helpdesk van Bouwen met Staal.

Vraag:
Mijn vraag gaat over de hoofddraagconstructie van een vrijstaande woning. De woning bestaat uit 3 bouwlagen, beganegrond, verdieping en zolder (schuindak). Op de zolder is geen verblijfsgebied gelegen en de woning heeft een G.O. van ongeveer 220 m2. Klopt het nu dat deze woning geen hoofddraagconstructie bezit? Een collega van mij heeft namelijk de cursus 2001: Brandwerendheid van staal en staal-beton constructies gevolgd. En in dit cursusboek staat onder het hoofdstuk (ON)Begrippen Bouwbesluit onderdeel hoofddraagconstructie vraag 1, een antwoord gegeven waaruit volgens mij blijkt dat een vrijstaande woning van <500
m2 geen hoofddraagconstructie bezit.

Als voorgaande zo is dan behoeft een stalen balk welke in de 1e verdiepingsvloer ligt en de belasting uit de bovenbouw opneemt niet 60 minuten bekleed te worden.


Antwoord:
Volgens de interpretatie van Bouw- en Woningtoezicht Rotterdam en Bouwen met Staal bezit een woning met oppervlakte kleiner dan 500 m2 geen hoofddraagconstructie. De reden hiervoor is dat het bezwijken van een woning geen voortschrijdende instorting kan veroorzaken van andere woningen. Derhalve gelden er geen eisen aan de hoofddraagconstructie.


Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Arno , van Yacht Technology (datum: 19-07-2005 10:02)

Uit onderstaand artikel blijkt dat de hoofddraagconstructie een lastig begrip is.

De hoofddraagconstructie
Ir. M. Van Overveld

Het is niet altijd eenvoudig te bepalen of een bouwconstructie deel uitmaakt van een hoofddraagconstructie. Een praktische benadering is ervan uit te gaan dat vloer- of dakdragende muren, kolommen en spanten daar deel van uitmaken. Het zou zijn toe te juichen als het begrip hoofddraagconstructie in relatie wordt gebracht met het inmiddels in het Bouwbesluit ingevoerde begrip 'bezettingsgraadklasse'

In het Bouwbesluit wordt het begrip hoofddraagconstructie gebruikt. Dit is van belang voor vier bijzondere belastingscombinaties (gasexplosie, botsing met een voertuig, extreem hoge waterstand, brand) en voor het indelen in de veiligheidsklasse (die bepalend is voor de aan te houden referentieperiode) van een bouwconstructie. Wordt een bouwconstructie tot hoofddraagconstructie gerekend dan gelden zwaardere eisen voor de sterkte. De kans dat een hoofddraagconstructie bezwijkt, is hierdoor kleiner dan de kans dat een bouwconstrucie bezwijkt, die geen hoofddraagconstructie is.
Een hoofddraagconstructie verbijzondert het begrip bouwconstructie, dat op zijn beurt weer een verbijzondering is van het begrip constructie-onderdeel. Om te kunnen bepalen wanneer een bouwconstructie een hoofddraagconstructie is, bekijken we eerst hoe deze termen zijn omschreven:

Bouwconstructie: Constructie van een bouwwerk of onderdeel van die constructie, welke constructie of welk onderdeel bestemd is om belasting te dragen (artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Bouwbesluit).

Hoofddraagconstructie: Een deel van de bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het bezwijken van constructie-onderdelen die niet in de directe nabijheid van het bezweken onderdeel zijn gelegen (onderdeel 3.28 van NEN 6702).

Met deze definities blijkt het moeilijk eenduidig te bepalen welke onderdelen van de bouwconstructie tot de hoofddraagconstructie behoren. Te meer daar de definitie zich niet beperkt tot bouwconstructies. Ook een niet-dragende wand, of zelfs een aanrecht, kan strikt genomen een constructie-onderdeel zijn dat niet in de directe babijheid van een bouwconstructie is gelegen. In dit artikel ga ik aan dit aspect voorbij. Bekijken we figuur 1 dan mogen we aannemen dat de muur een hoofddraagconstructie is. De belasting van de vloerdelen wordt immers overgebracht op de balklaag en die brengt zijn belasting weer over op de muur. De balklaag is hierbij een in de directe nabijheid van de muur gelegen bouwconstructie, terwijl de vloerdelen niet in directe nabijheid gelegen bouwconstructies zijn. In zijn algemeenheid mogen we aannemen dat muren, kolommen of spanten die een vloer of een dak dragen, deel uitmaken van de hoofddraagconstructie van een gebouw. In dit artikel worden deze delen aangeduid als directe delen van de hoofddraagconstructie. De balken in figuur 1 horen niet tot de hoofddraagconstructie. Maar als een deel van de sterkte van de muur wordt ontleend aan deze balken, vormen de balken in feite wel een deel van de hoofddraagconstructie. Echter, het bezwijken van ??n van de balken veroorzaakt niet onmiddellijk het bezwijken van de hoofddraagconstructie. Deze delen noemen we indirecte delen van de hoofddraagconstructie. Maken ook de vloerdelen daarvan deel uit, dan zullen alle bouwconstructies die bezwijken daar deel van uitmaken. Is dan strikt genomen nog wel sprake van een hoofddraagconstructie? Er zijn dan immers geen constructie-onderdelen die niet in de directe nabijheid van de hoofddraagconstructie zijn gelegen.

Onderstaand bespreken we drie situaties waarbij het wel of niet behoren van de constructie-onderdelen tot de hoofddraagconstructie ter discussie staat. Daarbij gaan we in op het bezwijken, de opbouw van de constructie en de indirecte delen van de hoofddraagconstructie.

Bezwijken
Een balk kan onderdeel zijn van een hoofddraagconstructie, bijvoorbeeld als een hoofdbalk de ondersteuning vormt voor afzonderlijke balken. Zo kunnen we de hoofdbalken uit figuur 2 aanmerken als hoofddraag- constructie. Zij veroorzaken bij bezwijken namelijk indirect het bezwijken van de vloer. In feite zijn echter in figuur 2 de vloerdelen uit figuur 1 slechts vervangen door lichtere vloerdelen en balkjes en lijkt het niet consequent dezelfde balken nu wel aan te merken als hoofddraagconstructie. In zijn algemeenheid lijkt het niet logisch om bij het bepalen van de hoofddraagconstructie alleen te kijken naar de te bezwijken onderdelen. Ik ga er derhalve van uit dat een bouwconstructie wel enige omvang moet hebben, wil in directe zin sprake zijn van een hoofddraagconstructie. Dit geldt ook voor het bouwwerk als geheel.
Het gaat wat ver om de muren van een klein gebouwtje zoals een schuilhut of een trekkershut als hoofddraagconstructie aan te merken.

Opbouw van de constructie
Een in het werk gestorte betonconstructie is een monolietbouw die feitelijk niet uit afzonderlijke delen bestaat. Het bezwijken van deze betonconstructie kan daarom niet het bezwijken van indirecte delen van de constructie veroorzaken. In deze zin zou een monolite betonconstructie geen hoofddraagconstructie zijn. Toch ligt het voor de hand ook een dergelijke betonconstructie te beschouwen als een constructie die bestaat uit een vloerplaat, balken (regels) en kolommen of muren (schijven). Volgens een consequente redenering mag het daarbij geen verschil uitmaken of de balken zichtbaar aanwezig zijn, of zijn opgenomen in de vloerplaat, zoals dit het geval is bij een vlakke plaatvoer (zie figuur 3). Zou de vloerplaat als ??n bouwdeel worden aangemerkt, dan zou de kolom in figuur 3 geen hoofddraagconstructie zijn, ook al zou die kolom doorlopen over een groot aantal verdiepingen. Immers, de boven elkaar gelegen kolommen vormen feitelijk ook ??n monolite kolom.

Indirecte delen van de hoofddraagconstructie
Tot een hoofddraagconstructie behoren alle bouwconstructies waaraan deze zijn sterkte ontleent. Zo kunnen de vloerdelen uit figuur 1 of figuur 2 deel uitmaken van de hoofddraagconstructie als deze delen nodig zijn om de stabiliteit van de muren te waarborgen, terwijl het bouwconstructies zijn die zelf bezwijken als de hoofddraagconstructie bezwijkt. In welke gevallen worden deze indirecte delen daadwerkelijk tot de hoofddraagconstructie gerekend en moeten ze voldoen aan de zwaardere eisen? In feite bepaalt de constructeur bij elke vorm van belastingscombinaties of een bouwconstructie indirect deel uitmaakt van de hoofddraagconstructie. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat een bouwconstructie die bij fundamentele belastingscombinaties geen deel uitmaakt van de hoofddraagconstructie, bij de bijzondere belastingscombinaties voor brand daar wel deel van uitmaakt. Dit kan nodig zijn om te voldoen aan de strengere eisen voor de sterkte van een hoofddraagconstructie bij brand.

Relatie met de bezettingsgraad
Een bouwconstructie moet op grond van het Bouwbesluit een zekere sterkte hebben uit een oogpunt van veiligheid. De kans dat mensen verongelukken als gevolg van het instorten van een bouwwerk moet aanvaarbaar klein zijn. Bezwijkt een hoofddraagconstructie, dan is dat ook het geval met bouwconstructies die door die hoofddraagconstructie worden ondersteund. Bij het bezwijken van een hoofddraagconstructie zijn dus meer mensen betrokken dan bij het bezwijken van een bouwconstructie die door de betreffende hoofddraagconstructie direct of indirect wordt ondersteund. Het grotere aantal mensen dat bij het bezwijken van een hoofddraagconstructie betrokken kan zijn, vormt de reden dat een hoofddraagconstructie op grond van het Bouwbesluit een grotere sterkte moet hebben. Een helder onderscheid zou ontstaan indien voor het aanmerken als hoofddraagconstructie een relatie gelegd kon worden met het aantal aanwezige mensen dat bij bezwijken van de betreffende bouwconstructie betrokken kan zijn.

Het leggen van deze relatie is inmiddels mogelijk nu, vooruitlopend op de invoering van de tweede fase van het Bouwbesluit, bezettingsgraadklassen in het Bouwbesluit zijn opgenomen. Zo zou het denkbaar zijn dat een bouwconstructie is aan te merken als hoofddraagconstructie indien deze constructie meer ondersteunt dan een bepaalde gebruiksoppervlakte aan vloeren, afhankelijk van de bezettingsgraadklasse.
In tabel 1 is bij wijze van voorbeeld aangegeven wat dit betekent, uitgaande van 5, 10 of 100 personen. Eventueel is het denkbaar voor gebouwen die zijn bestemd voor overnachting, van een lagere rekenwaarde uit te gaan dan voor andere bouwwerken.

Dak
Welke relatie bestaat er tussen bezettingsgraad en hoofddraagconstructie die een dak ondersteunt? Het instorten van een dak levert praktisch geen direct gevaar op voor mensen indien het een dak is boven een ruimte die uitsluitend is bestemd voor opslag, zoals al een vliering of een hooizolder. Andere daken, bijvoorbeeld van een grote schouwburgzaal, leveren groter gevaar op, afhankelijk van het aantal aanwezige personen. Derhalve zou een zelfde redenering als bij vloeren kunnen worden gevolgd. Een bouwconstructie die een dak ondersteunt, is dan een hoofddraagconstructie als door het instorten van dat dak een daaronder gelegen vloer, die groter is dan een bepaalde gebruiksoppervlakte, onbruikbaar wordt. Deze gebruiksoppervlakte kan dan eveneens afhankelijk worden gesteld van de bezettingsgraadklasse. Echter, voor de bijzondere belastingen, explosie of brand, hoeft de bouwconstructie die het dak ondersteunt niet als hoofddraagconstructie te worden aangemerkt. De vloer is dan namelijk al onbruikbaar voordat het dak bezwijkt.

Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Torsten (datum: 21-07-2005 09:15)

Begrijp ik het nou goed dat de hoofddraagconstructie in het nieuwe bouwbesluit al gekoppeld gaat worden aan de bezettingsgraad?
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
Jop Planje (datum: 21-07-2005 13:42)

nee, dat heb je niet goed begrepen. er wordt alleen een betoog voor gehouden.
Re: brandveiligheid hoofddraagconstructie
Naam:
joachim bolte , van yacht (datum: 27-07-2005 16:35)

Je moet voor een juiste interpretatie ook even kijken vanuit welke optiek een bepaald aspect van een gebouw wordt beoordeeld.

De werendheid tegen bezwijken van de hoofddraagconstructie wordt hier, door de ogen van de brandweer, gevraagd omdat het instorten van een gedeelte van het gebouw een redding of blussing onmogelijk kan maken. De 'hoofddraagconstructie' zal in dat geval dus betrekking hebben op het gedeelte van een gebouw wat een ander gedeelte ondersteund. Dit andere gedeelte is noodzakelijk voor bv. een reddings- of ontvluchtingsactie.

Een fabriekshal van ??n bouwlaag heeft in de optiek van de brandweer dus (inderdaad) g??n hoofddraagconstructie. Wanneer het gebouw echter twee bouwlagen heeft, is de constructie die de 1e verdiepingsvloer draagt de hoofddraagconstructie, en de constructie die het dak draagt dan weer niet. Dat is allemaal heel verwarrend, want voor ontwikkelaars zou een gehele constructie als hoofddraagconstructie worden aangemerkt.

Verder wordt er dan weer onderscheid gemaakt tussen de bouwconstructie, de hoofddraagconstructie en een "constructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een vluchtroute". Die laatste behelst dus bijna altijd de gehele constructie, want als het dak naar beneden komt, kun je ook niet meer vluchten.

Helemaal prettig wordt het wanneer een constructie van een hal gebruikt wordt om compartimenterende KZST-panelen aan op te hangen. In dat geval moet de werendheid tegen bezwijken van de constructie en de ankers in ieder geval zo hoog zijn als de WBDBO van die wand, anders stort het hele geval in bij brand, dag compartiment...

De NEN geeft als hoofddraagconstructie aan dat dit een gedeelte van de constructie is waarvan het bezwijken leidt tot een 'voortgaande instorting' van het gebouw. Beetje luguber voorbeeld, maar bekijk de twin towers. Na een tijdje bezweken de kolommen op ??n verdieping door de hitte, en door het moment van het bovenliggende gedeelte stortte het hele gebouw in. Voortgaande instorting dus...

Joachim
Reageer

Hoe werkt het?

Selecteer een vraag door te klikken op de onderwerpen van de gestelde vragen, waarna het bijbehorend antwoord zichtbaar wordt samen met daaronder de reacties.

Staat uw vraag er niet bij, dan kunt u deze ingeven

Aangeboden door:


[ S&W Consultancy ]

S&W Consultancy BV
Postbus 5185
4380 KD Vlissingen

Bij klachten of misbruik kunt u mailen naar:
e-mail bouwhelp@s-w.nl

We kunnen vragen helaas niet per e-mail beantwoorden. Antwoorden worden gegeven door gebruikers van de website als u uw vraag toevoegt.

Advies|Indeling|Ontwerp


[ Emma Interieuradvies]


emma-interieuradvies.nl